Waarom je werkgever informeren bij vroeg zwangerschapsverlies meer betekent dan je denkt.
Wanneer je een kindje verliest vóór de 24 weken zwangerschap, voelt het alsof je hele wereld stilstaat terwijl alles om je heen gewoon doorgaat. Voor veel vrouwen (en hun partners) is het een ingrijpende ervaring, fysiek en emotioneel. Toch ligt er vaak nog een taboe op het delen van dit verlies – zeker op de werkvloer.
Met de toenemende maatschappelijke aandacht voor rouwverlof bij vroeg verlies groeit ook de vraag: “Wil ik eigenlijk wel dat mijn werkgever weet wat er is gebeurd?” In dit blog ga ik in op het persoonlijk én maatschappelijk belang van het delen van je verlies met je werkgever – en wat dit voor jou kan betekenen.
De impact van vroeg verlies op lichaam en geest
Of het nu gaat om een miskraam bij 9 weken of het verlies van een kindje bij 23 weken, het afscheid doet altijd pijn. Je moet niet alleen emotioneel verwerken dat het kindje waar je van droomde er niet zal zijn, maar vaak ook nog door een fysiek zwaar proces heen.
Het is een tijd van ongeloof, verdriet, lichamelijk herstel en emotionele verwarring. Veel vrouwen beschrijven het als een draaikolk waarin je probeert te ademen, maar telkens weer onder water wordt getrokken.
En toch verwachten veel werkgevers – soms uit onwetendheid – dat je “gewoon weer aan het werk gaat” alsof er niets is gebeurd. Maar fysiek herstel en rouwen is geen luxe, het is een noodzaak. Niet alleen voor je emotionele welzijn, maar ook voor je fysieke herstel.
Ziekmelden of rouwverlof? En wat vertel je?
Wanneer je je ziekmeldt, ben je in Nederland niet verplicht om te vertellen wat er aan de hand is. Dat kan een fijne keuze lijken als je niet wilt dat je collega’s of leidinggevende op de hoogte zijn.
Maar bij rouwverlof bij babyverlies vóór 24 weken ligt dat anders. Dan moet je werkgever wél weten wat er is gebeurd. En dat kan juist voordelen hebben:
• Je hoeft niet direct aan te geven wanneer je terugkomt.
• Je werkgever kan ruimte geven voor herstel en je ondersteunen.
• Er kan worden afgestemd of collega’s worden geïnformeerd, zodat jij het niet steeds zelf hoeft te vertellen.
Toch zijn er ook situaties waarin je terughoudend kunt zijn:
• Je hebt een tijdelijk contract en vreest dat dit je kansen op verlenging schaadt.
• De relatie met je leidinggevende is moeizaam en je voelt je niet veilig om iets persoonlijks te delen.
• Je wilt niet dat collega’s erover praten of je blijven vragen naar je kinderwens.
Waarom ik toch pleit voor delen – ook zonder officieel rouwverlof
Zelfs als er geen recht op rouwverlof is, geloof ik sterk dat het belangrijk is om je werkgever te informeren over verlies in de zwangerschap. Niet om je privéleven op straat te gooien, maar omdat het een essentieel onderdeel is van goed werkgeverschap en gezond werken.
• Voor je gezondheid: Je lichaam en geest hebben tijd nodig om te herstellen. Je werkgever moet weten dat je tijdelijk minder belastbaar kunt zijn.
• Voor het doorbreken van taboes: Hoe meer we zwijgen, hoe langer het onderwerp onzichtbaar blijft.
• Voor structurele verandering: Werkgevers ontwikkelen pas beleid als ze signalen krijgen dat het nodig is.
Het verlies van een kindje – ongeacht de zwangerschapsduur – is een levensgebeurtenis die niet verzwegen zou moeten worden.
Het maatschappelijke belang van openheid
We leven in een tijd waarin mentale gezondheid en werkgeluk steeds meer aandacht krijgen. Toch wordt verlies in de zwangerschap vaak nog weggemoffeld, alsof het “niet zo erg” is omdat het kindje “nog zo klein” was.
Maar elk verlies is écht. Het erkennen van dit verdriet door werkgevers heeft niet alleen invloed op individuele medewerkers, maar ook op het bredere werkklimaat.
Wanneer werkgevers luisteren, meeleven en flexibel zijn, levert dat uiteindelijk meer loyale, betrokken en productieve medewerkers op. Het is dus niet alleen een kwestie van menselijkheid, maar ook van gezond bedrijfsbeleid.
Collega’s als sleutel tot verandering
Collega’s spelen een belangrijke rol in hoe veilig iemand zich voelt om haar verlies te delen. Een begripvolle werkcultuur ontstaat niet vanzelf – die bouwen we samen.
• Vraag als collega of er beleid is rondom zwangerschapsverlies.
• Laat merken dat je openstaat voor het verhaal van iemand die dit meemaakt.
• Spreek je uit als je merkt dat iemand wordt benadeeld door haar verlieservaring.
En dit gaat niet alleen vrouwen of moeders aan. Ook mannen, niet-zwangere collega’s en leidinggevenden kunnen het verschil maken.
Hoe vertel je het aan je werkgever? Praktische tips
Het moment kiezen om je verlies te delen is lastig. Soms wil je het direct vertellen, soms pas weken later. En dat is allemaal oké.
Een paar tips om het gesprek te voeren:
1. Bedenk vooraf wat je wél en niet wilt delen – Houd het bij de feiten als je dat prettiger vindt.
2. Kies een rustig moment – Vermijd snelle gesprekken tussendoor. Plan een kort overleg.
3. Vraag om steun op maat – Misschien wil je tijdelijk thuiswerken, aangepaste taken of gewoon rust.
4. Leg uit waarom dit belangrijk is – Voor je herstel én om goed te kunnen terugkeren in je werk.
Samen bouwen aan een compassievolle werkcultuur
De eerste stap naar verandering begint bij erkenning. Door het gesprek aan te gaan over vroeg verlies in de zwangerschap – ook als het je zelf niet is overkomen – maken we ruimte voor compassie op de werkvloer.
Openheid leidt tot betere regelingen, meer begrip en een werkcultuur waarin rouw bij verlies vroeg in de zwangerschap net zo serieus wordt genomen als andere ingrijpende levensgebeurtenissen.
Laten we daarom niet zwijgen, maar elkaar steunen. Voor onszelf, voor elkaar, en voor alle ouders die vroeg afscheid moesten nemen van hun kindje.